Hoe Drentse en Groningse musea afgelopen jaar hun hoofd boven water hielden

Kinderbiënnale Groninger Museum, kinderambassadeur Angelina

Sinds 5 juni zijn de deuren naar musea weer open voor publiek. Nu Hugo de Jonge 1 september een reëel perspectief’ noemt om de coronaregels helemaal los te laten, durven musea voorzichtig weer hoopvol te zijn. Maar hoe staan de Groningse en Drentse musea ervoor ten opzichte van vorig jaar maart?  

In maart 2020 voorspelde de Nederlandse Museumvereniging (NMV) dat een kwart van de musea in Nederland later dat jaar dreigde om te vallen door de coronacrisis. Inmiddels zijn er van de 435 leden drie musea omgevallen: het Klederdrachtmuseum en het Tassenmuseum in Amsterdam en het Humanity House in Den Haag.

De 26 Drentse en Groningse leden van de Museumvereniging hebben hun hoofd boven water weten te houden en zijn inmiddels weer geopend voor publiek. Dat stemt optimistisch, maar geldt dit ook voor de musea die niet aangesloten zijn bij de Museumvereniging?

In de productie Noord-Nederlandse Musea komt het perspectief van verschillende Noord-Nederlandse museumdirecteuren naar voren. Hoe hebben zij deze coronaperiode ervaren? Hoe staan ze er financieel voor? En zijn hun deuren inmiddels weer open voor publiek, of is dat lastiger te realiseren?

Nieuwsgierig geworden? Noord-Nederlandse Musea heeft een eigen website waar je de verhalen kan lezen of beluisteren.

Geef een reactie