Voor mijn podcast The Excited States Of America – Who wants to leave forever (binnenkort online!) ging ik drie weken naar Amerika om verhalen te maken over ons verlangen naar dat land, door middel van drie generaties migratie van o.a. mijn familie. Ik vierde Koningsdag in Washington D.C. en liep van dezelfde trap als mijn oudtante in 1940 toen ze door de immigratiedienst medisch werd gekeurd op Ellis Island in New York City.
Tijdens mijn research kwam ik een artikel tegen over de relatie tussen Nederland en de VS, waarbij ook migratie vanuit Rotterdam werd aangesneden. Stiekem begon ik zonder verwachtingen te dromen over een follow-up in The New York Times, het leek mij gewoon tof om überhaupt al het gebouw eens van binnen te zien.
Na alle pogingen maakte het mij niet meer uit wie ik sprak en zo kwam het dat ik Deans naam voor de zekerheid op een briefje liet schrijven en het restaurant in liep. Acuut kwam de hostess op mij af, die vroeg voor wie ik daar stond. Ik liet stil het briefje zien. Volgens haar was Dean met een cliënt en was hij bijna klaar met eten. Ze zou vragen of ik hem mocht spreken. In drie zinnen schreef ik op een serveerbonnetje wie ik was, wat ik kwam doen en wat ik van hem wilde. Sneller dan ik had kunnen bedenken gaf de hostess het briefje aan zijn ober en zo belandde het bij Dean Baquet.
Op een goede dag deed ik daarom mijn enige nette ‘just in case’ jurkje aan en liep ik met een rugtas vol kabels en snoertjes over Times Square. Met nog maar 4 procent batterij zocht ik bij Sephora op m’n laptop naar twee namen en de titel van het artikel waarover ik eerder schreef en zo wandelde ik doodleuk naar de receptie van de Times op 8th Avenue. Daar werd ik direct doorgestuurd naar de beveiliger die ik vertelde wat ik van plan was. De beste man gaf mij een doorborende blik en raadde mij aan om met de vaste telefoon een nummercombinatie te draaien om te kijken of de journalisten die ik zocht, wel aanwezig waren. Zo gezegd, zo gedaan. Ik denk dat ik die nummercombinatie wel vijf keer heb gedraaid voordat de beveiliger uit zijn hokje kwam. Hij zei: ‘Jij geeft ook niet op, hè?’ waarna hij tussen neus en lippen door aangaf dat Dean Baquet, hoofdredacteur van The New York Times en zijn opvolger beiden op dat moment in het restaurant zaten te lunchen.
Om het wachten te verzachten bestelde ik een heel duur kopje thee, waarna de hostess mij gebood om al mijn spullen achter te laten en haar te volgen. Ik zag een heel restaurant vol met goedgeklede mensen; mijn fuchsiakleurige jurkje stak nogal af tegen het zwart/ blauw/grijs van de colbertjasjes en mantelpakjes.
We gaven elkaar een hand, stelden ons aan elkaar voor en ik mocht op de lege stoel naast Dean en zijn cliënt plaatsnemen. Hij had dezelfde vibes zoals ik mij bij Obama voorstelde; dat gevoel dat je weet wat je allemaal hebt bereikt, maar dat je diep van binnen een vuurtje hebt dat aangewakkerd wordt als je herinnerd wordt aan de persoon die je ooit was. Zijn ogen twinkelden en hij was opvallend casual naar mij. Ik pitchte mijn podcast en binnen no-time schreef hij op de achterkant van mijn briefje zijn mail en telefoonnummer. Ik bedankte hem en we gaven elkaar weer een hand, waarna ik met een bonkend hart en een grote glimlach terugkeerde naar de hostess. Eenmaal buiten haalde ik diep adem; tijd om met mijn vriendinnen en een flinke bucket popcorn de Mets (concurrent van de Yankees) aan te moedigen.
Ben je benieuwd naar mijn podcast die binnenkort online komt, of wil je reageren?
Check mijn Instagram (@the_excited_states_of_america) 🙂