Digitale vaardigheden worden door de Europese Unie gezien als typische 21st Century Skills. Inmiddels is internet voor de meeste mensen de normaalste zaak van de wereld en is het volledig geïntegreerd in het bedrijfsleven en ons sociale leven. Alleen hoe zit het met het onderwijs? Liften die mee op de golf van digitalisering of raken ze achterop, en krijgen jongeren eigenlijk wel genoeg informatie over de gevaren en mogelijkheden van het internet?
De 18-jarige hacker Zawadi Done en 27-jarige hackster Sanne Maasakkers vinden allebei dat het onderwijs wat bovengenoemde vraagstellingen betreft behoorlijk achterloopt. “Ik heb amper les gekregen over internet, laat staan over hacken. Niet op de basisschool of de middelbare school, en zelfs niet bij mijn mbo IT-opleiding”, legt Zawadi uit.
Geen eisen in curriculum
“Het huidige curriculum bevat helemaal geen eisen over digitale vaardigheden die leerlingen moeten beheersen”, zegt Linda Vonhof, medeoprichtster van Social Media Wijs. “Pas in het nieuwe curriculum wordt er ruimte ingericht voor leerdoelen en eindtermen die betrekking hebben op digitale vaardigheden. Nu zijn scholen nog niet verplicht om hier aandacht aan te besteden en dat gebeurt dan ook alleen op eigen initiatief.”
Ethisch hacker
Zawadi en Sanne zijn beiden ethisch hacker en zijn bang dat jongeren door negatieve beeldvorming, hacken minder snel als een serieus beroep zien. “Je hoort vooral over hackers als er iets misgaat, maar je hoort amper hoe wij als ethisch hacker zorgen voor een veiliger internet”, stelt Sanne. “Als jongeren niet weten dat ze er iets goeds mee kunnen doen, loop je ook eerder het risico dat ze er rottigheid mee uithalen.”
“Jongeren zijn nieuwsgierig en omdat de grenzen online veel minder zichtbaar zijn, gaan ze sneller in de fout. Soms zijn ze zich daar niet eens bewust van en willen ze alleen kijken hoe ver ze kunnen gaan”, vertelt Zawadi.
Lees meer over het gebrek aan eisen over digitale vaardigheden in het huidige curriculum, ethisch hacken, en de plannen voor een nieuw curriculum en waarom het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap niet eerder heeft ingegrepen.