Student journalistiek Nina van Klaveren is vier maanden op Bali voor haar studie. Over haar avonturen schrijft ze af en toe een blog. Deel 2: het witte spook.
Een impulsieve beslissing kan leiden tot de meest bijzondere situaties. Het kan zomaar zijn dat je ineens op een Duits vliegveld afscheid staat te nemen van je wederhelft, een huisgenootje en een stoïcijnse pleegmoeder. Vier maanden studeren in het buitenland en zo af en toe kokosnoten leegdrinken op een strandbedje.
“Ahw, you’ve got such a nice, white skin!” zegt Enik na onze kennismaking met een twinkeling in haar ogen. Heel voorzichtig, alsof ik breekbaar ben, raakt ze mijn huid aan. Er verschijnt een glimlach op haar gezicht. “Cantik!” Ze vindt mijn huid mooi. Ik lach haar toe en ik vertel haar dat ik juist bruin wil worden, waarop ze antwoordt: “yeah, you’re crazy!”
Net als de rest van half Nederland keek ik recent de documentaire ‘Wit is ook een kleur’. Ik vond het aangrijpend. Als blanke Nederlanders zijn we ons nauwelijks bewust van onze huidskleur en de daarmee gepaarde kansen die ons komen aanwaaien. Op sommige momenten zat ik met open mond te kijken naar de documentaire. Ik was verbaasd over hoe vanzelfsprekend iedereen het vindt dat wij als blanken meerdere kansen hebben. Een echte blinde vlek.
Op onze eerste dag in Indonesië, in Jakarta, werden we overrompeld door alle aandacht. Iedereen nam foto’s van ons. Gekscherend zeiden we tegen elkaar dat het zo moet voelen om beroemd te zijn. En ja, raar genoeg voelden wij ons dat ook een beetje. Eén van mijn groepsgenoten, op dat moment de enige man in het gezelschap met vijf vrouwen, werd continue door allerlei mannen aangeschoten.
Verschillende mannen stonden te popelen om met ons op de foto te kunnen. Ongemakkelijk lachend naar de camera voelde ik zelfs een keer tijdens een fotosessie met een Javaanse ambtenaar een hand op mijn heup glijden. Later, bij het oncomfortabele afscheid, raakte hij mij nogmaals aan. Ditmaal was het mijn arm. Ik kreeg de rillingen en vroeg mij af hoe het mogelijk is dat wij op deze manier werden behandeld door een ambtenaar.
Hoe langer op Bali, hoe meer wij ons realiseerden hoe graag de Balinezen wit willen zijn. Waar je in Nederland niet om de bronzers heen kunt, staan hier de supermarkten vol met producten die beloven je huid witter te maken. Mensen kijken je met open mond aan, wijzen naar je en staren je na. Alsof je een wit spook bent.
Uiteindelijk is het misschien niet eens zo heel gek dat dit gebeurt. Als blanken worden we als superieur gezien, alleen omdat we lichte ogen, een lichte huid en misschien een lichte haarkleur hebben En voor hen zijn wij dat ook, ondanks dat wij ons zo hevig tegen dit beeld willen verzetten. Wij hebben het goed voor elkaar, ondanks dat we dat weleens vergeten. Ik vraag me oprecht af of ik zelf onbewust niet ook een blinde vlek heb gecreëerd.
Die blinde vlek wordt hier volledig weggehaald. En het blijft pijnlijk. Iedere keer als locals mij aanstaren of me compleet ophemelen voel ik me enorm ongemakkelijk. Het gevoel van een misplaatste beroemdheid blijft aanhouden. Ik ben me hier heel bewust van mijn status – anders dan in Nederland.
Ik denk dat we allemaal iets bewuster om kunnen gaan met die status. Of we die nu willen of niet. In Indonesië word je misschien constant aangeraakt omdat je in hun beleving ‘schoon’ bent, maar in de rest van de wereld is het niet heel anders. Als blanke krijg je nu eenmaal meer kansen en mogelijkheden aangereikt.
Wanneer ik mijn vriendin in Indonesie, Enik, weer voor ons huis tegenkom wanneer ze gaat schoonmaken, omhelzen we elkaar. “Oh look!”, kirt ze. Ze houdt haar arm naast die van mij: “We have the same skincolor! You are as brown as I am.” Ik moet lachen. “No,” antwoord ik. “You are just as white as I am!” Ze schiet in de lach en bedankt me uitvoerig.
Lees ook de andere blogs van Nina Blog1: Wegpiraten op Bali