Student journalistiek Nina van Klaveren was vier maanden op Bali voor de minor International Sustainable Development (ISD). Over haar avonturen schreef ze korte verhalen. Dit is haar derde en laatste blog: de reizende reporter.
Een impulsieve beslissing kan leiden tot de meest bijzondere situaties. Het kan zomaar zijn dat je ineens op een Duits vliegveld afscheid staat te nemen van je wederhelft, een huisgenootje en een stoïcijnse pleegmoeder. Vier maanden studeren in het buitenland en zo af en toe kokosnoten leegdrinken op een strandbedje.
En dan ben je ineens na een hele flinke vliegreis weer thuis. Staat met beide benen op vertrouwde bodem en je hebt alle oude (en slechte) gewoonten weer opgepakt. Gewoon, waar je ze hebt laten liggen toen je in het vliegtuig stapte naar het onbekende. En ondanks dat het gevoel blijft knagen dat alles éigenlijk hetzelfde is als voor je vertrek en je het inmiddels bijna niet meer over ‘Bali’ hebt, weet je dat er iets is veranderd. Dat gaat dan niet over jouw persoonlijke alles veranderende ervaringen, maar over je ontwikkeling als journalist.
Alles mag, alles kan
Nederlanders zijn direct. En daar zijn we trots op. Van jongs af aan leren we om ons uit te spreken over alledaagse zaken. Want: onze eigen meningsvorming is voor onze persoonlijke ontwikkeling erg belangrijk. Dat we trots zijn op onze ‘alles mag, alles kan’-cultuur blijkt uit alledaagse, kleine voorbeelden. Docenten zijn het over het algemeen gewend om een beetje tegengas te krijgen uit de klas, zolang het maar in de perken blijft. We mogen vragen stellen, feedback geven en we mogen het ergens niet mee eens zijn. Bij ons geldt maar een kleine machtsafstand, terwijl dit in de meeste landen niet geldt. Als student behoor je op tijd in de collegezaal te zijn, rustig te wachten tot de docent op komt dagen en – wat voor ons geheel onnatuurlijk is – pas te praten wanneer je iets gevraagd wordt. Een enorm verschil. Leer je van.
Voorzichtige vs allesbehalve-voorzichtige cultuur
Je bewust zijn van dit soort cultuurverschillen maakt jou als journalist enorm sterk. Tijdens die vier maanden leer je voorzichtig vragen te stellen. Tactisch, vooral. Je leert om geduldig te zijn, écht een band op te bouwen met iemand. Want vooral in andere culturen zijn ze niet gewend het achterste van hun tong te laten zien. En al helemaal niet als jij een vreemde voor ze bent. Überhaupt uiten deze mensen zich niet snel negatief, het geldt voor hen als gezichtsverlies. Grote tip om je voor te bereiden op deze verrassingen: je inlezen in de cultuur. Mensen uit deze cultuur hebben meer respect voor je als je laat zien dat je geïnteresseerd bent in hun cultuur. Vinden ze leuk. En laat dat nou nét een taak voor jou zijn, jij nieuwsgierige journalist.
Als enige journalist
Stel: je wilt deze minor gaan doen. Dat zit je ongeveer in het derde jaar van je opleiding. Betekent dat je rond de twintig jaar bent. Dat je wel eens toe zou kunnen zijn aan verandering, aan andere mensen om je heen. Bij de minor ISD in Indonesië betekende dit voor mij met tien anderen op de lip zitten. Tien mensen die héél andere opleidingen doen dan ik. Na zo’n tijd merk je dat ze soms heel anders kijken tegen zaken die je bezighouden. Misschien zijn deze mensen niet zo kritisch als wij journalisten, of juist weer wel op een heel andere manier. En misschien vind je juist wel veel overeenkomsten. Hoe dan ook leerzaam om je blikveld te verruimen.
De wereld in stapjes veranderen
Het is ook goed voor je om te leren hoe ontwikkelingswerk werkt. Ook al is dit soms op micro-niveau. Je leert om met tegenslagen om te gaan. Van tevoren verwachten de meesten enorme, alles-veranderende resultaten te boeken. Laat ik je even uit deze droom helpen: dat gebeurt niet. Op korte termijn zal je corruptie de wereld niet uitwerken, helaas. Het is daarom belangrijk om te leren dat je ook met kleine dingetjes een grote verandering kan maken. Wie weet vertel jij een local iets waardoor zij dingen op een heel andere manier aan gaan pakken, waardoor je op microniveau zéér waardevol werk hebt gedaan. Je weet maar nooit.
Om al deze dingen mee te kunnen maken hoef je écht niet helemaal naar Indonesië met een minor. Deze cultuurverschillen, hoe klein of groot ook, leer je ook al in Spanje, Portugal of Italië. Tussen de locals zal je ook daar te maken hebben met mensen die nauwelijks of geen Engels kunnen spreken en je daarom met handen- en voetenwerk uit de voeten moet komen. Kortom: ook als de bestemming met een paar uur via het vliegtuig af te leggen is: het zal hoe dan ook goed voor je zijn. Gewoon doen dus.