Een greep uit het leven

‘Ik woonde net enkele maanden in Zwolle, in een kamer in het zuiden van de stad. Naar studentenstandaard een best chique omgeving. Binnen mum van tijd had ik er mijn draai gevonden en begaf mij minstens drie keer per week naar de dichtstbijzijnde buurtsuper. Uiteraard voor de nodige sixpackjes en de prak van de avond.

Maar na een tiental retourtjes merkte ik iets vreemds. Bij het binnenkomen van de supermarkt, voelde ik bij tijd en wijlen een paar ogen in mijn rug branden. Daar bleef het niet bij, want naarmate ik mijn mandje vulde, en mij van schap naar schap begaf, werd ik geschaduwd.

Ik vroeg mij af of het weer zo ver zou zijn: profilering. In mijn jeugd had ik al vaker meegemaakt dat ik in winkels nadrukkelijk werd gecheckt. Uiteraard viel dat best te verklaren, tieners en jongeren worden sowieso meer in de gaten worden gehouden, maar het was in mijn geval niet incidenteel. Zo ook in mijn nieuwe buurtsuper in Zwolle. Naarmate ik mijn boodschappen daar bleef doen, voelde ik bij tijd en wijlen een supermarkt-spook mij in de paden achtervolgen.

Daar bleef het niet bij. Des te meer ik er op ging letten, hoe meer details mij begonnen op te vallen. De kassière zei mij bijvoorbeeld  bijna nooit vriendelijk gedag, terwijl de klanten voor en na mij bijna zangerig werden ontvangen. Begon ik daadwerkelijk spoken te zien? Of zag ik wel degelijk een lelijke waarheid?

Nadat ik op een avond weer het gevoel kreeg dat er iets niet in de haak was, ging ik met mijn staart tussen de benen terug naar mijn kamer. Met redelijke verslagenheid zwoer ik er nooit meer boodschappen te doen – waar ik mij aan heb gehouden tot de winkel werd overgenomen door een andere keten.

Van binnen wakkerde er weer een vuurtje aan dat ik een tijd lang had gedoofd: identiteit. Voor dit voorval was ik namelijk al jaren onzeker over wat ik was. Als de zoon van een Nederlandse vader en een Molukse moeder, vond ik het moeilijk om te bepalen wat mijn identiteit moest zijn. Ik werd heen en weer geslingerd tussen verschillende ideeën, vaak gevoed door ervaringen zoals deze in de supermarkt. Waarom werd ík in de gaten gehouden? Dat zou toch te maken moeten hebben met mijn huidskleur en uiterlijk, toch? En als ik om die reden in de gaten wordt gehouden, dan ben ik in de ogen van die mensen kennelijk geen Nederlander. Maar als ik geen Nederlander ben, dan ben ik wat? Een Molukker?’

De mythe van de halve Nederlander

Dergelijke vragen over mijn afkomst heb ik mijzelf vaak gesteld. Om verschillende redenen had ik veel moeite met het creëren van een zelfbeeld dat standhield. Mijn eigen ideeën werden namelijk vaak omver geblazen door de buitenwacht. En als die het niet deed, deed ik het uiteindelijk zelf wel.

Daarin ben ik niet de enige. Onze samenleving kent een grote groep gemengde Nederlanders die tegen dezelfde problemen aanlopen. Ze zitten vaak vast tussen twee kanten, waardoor ze soms niet meer weten wat ze zelf zijn.

Om gemengde Nederlanders meer ademruimte te geven in de zoektocht naar hun eigen identiteit, is het daarom belangrijk dat we op een andere manier naar gemengde afkomst gaan kijken. Maar hoe? En waarom? Om dat te duiden analyseer ik mijn eigen zelfbeeld en spreek met andere halfbloedjes over hun zoektochten. Zo bespreken we de plek van gemengde afkomst in de Nederlandse samenleving. Lees de web-documentaire hier.