Het Apeldoorns voetbal ligt op zijn gat. De op tien-na-grootste stad van Nederland heeft 18 voetbalverenigingen, met een hoofdklasser (CSV Apeldoorn) als hoogst spelende ploeg. Schandalig volgens velen, in een stad met ruim 160.000 inwoners. Neem daarbij dat het gros van de clubs vierde klasse speelt, en je ziet dat de Apeldoornse voetbalstatus niet bepaald hoog is. Dat moet véél beter kunnen.

Maar hoe? Met zoveel clubs lijkt fuseren het antwoord, maar dat blijkt tot nog toe onmogelijk. Het zijn voornamelijk emoties bij de oudere leden, die fusies tegenhouden. Niemand wilt zijn cluppie zien verdwijnen.

Samenwerken kan wél. De Apeldoornse voetbalfederatie liet een onderzoek uitvoeren naar de wensen van de voetbalclubs, nadat wethouder sport Nathan Stukker vroeg naar de ambities van het Apeldoornse voetbal. Uit het onderzoek kwam één kernwoord naar voren: ‘samenwerken’. WSV pakte de handschoen op en zocht vier andere clubs met een soortgelijk ‘DNA’ om mee samen te werken. Orderbos, Victoria Boys, Albatross en Beekbergen werden gevonden. Met profclub Vitesse die als rode draad door de samenwerking heen loopt.

De clubs willen op alle gebieden van elkaar leren. Hoe heeft WSV de jeugdopleiding in elkaar zitten, en hoe kan het dat Victoria Boys ruim in zijn scheidsrechterbestand zit, en de rest van de clubs een tekort aan clubscheidsrechters heeft? Daarnaast kunnen de verenigingen geld besparen door bijvoorbeeld materialen tegelijkertijd te bestellen, zodat het goedkoper wordt.

En hoewel fuseren niet de insteek is, kan deze samenwerking wel leiden tot het samengaan van clubs, volgens enkele betrokkenen. “Want als ik mijn ogen dichtdoe en we gaan op deze manier door, dan zie ik over vijf jaar allemaal clubs omvallen”, meent Ben Wilpshof, interim-voorzitter van SV Orderbos.

Maar er is nog een mogelijkheid om het Apeldoorns voetbalniveau omhoog te krijgen. Het heeft te maken met samenwerken, maar ook met fuseren. Het is mijns inziens de beste manier om Apeldoorn terug op de voetbalkaart te zetten. Wat het is? Lees het binnenkort in De Stentor!