Oki (links) is 30 jaar oud en heeft het Syndroom van Down. Zijn ouders komen uit de hoogste kaste op Bali. “Je kind is een mongooltje”, is wat de ouders van Oki vijf dagen na zijn geboorte te horen kregen. Zij hadden zich graag voorbereid op de komst van hun zoon, de vader: “Als ik dit had geweten, dan had ik illegale abortus laten plegen.” Toch zijn ze blij met Oki en accepteren ze hem: “Ik behandel hem als een normaal kind en hij gaat overal mee naar toe.”

In de lage kaste heeft een verstandelijk beperkt kind minder kansen. Suryanti (rechts)  is 14 jaar oud en heeft epilepsie. Daarnaast heeft haar moeder tijdens de zwangerschap een infectie gehad en daardoor heeft Suryanti een hersenaandoening. Haar ouders hebben soms geen geld voor medicatie. “Het is kiezen tussen eten voor het gezin of medicijnen voor Suryanti, dan is de keuze snel gemaakt”, aldus de vader.

Down & NIP
Hoe anders gaat dat in de westerse wereld. Zoals in Denemarken en IJsland waar de NIP-test (Niet Invasieve Prenatale test) wordt aangeboden en waar men deze test heel normaal vindt. Bij de NIP-test wordt onderzocht of het ongeboren kindje mogelijk het syndroom van Down heeft. In Bali is deze test niet mogelijk, voor deze afstudeerproductie is een aantal meningen verzameld van Balinezen en Nederlanders om erachter te komen hoe zij denken over deze test.

Down in Bali is mijn afstudeerproductie over verstandelijk beperkte kinderen op Bali. Het intrigeerde mij, als westerling, namelijk waarom Balinese kinderen met een beperking geen waardevolle toekomst lijken te hebben. Tijdens mijn reis naar Bali zocht ik de reden waarom deze Balinese kinderen weinig kansen hebben. Nieuwsgierig? Klik hier!