Honderdduizenden jeugdspelers staan iedere zaterdag op het voetbalveld. Voor een fractie van hen ligt een carrière in het profvoetbal in het verschiet. Nederlandse profclubs zijn altijd op zoek naar deze gouden talenten. De clubs sturen ieder weekend honderden jeugdscouts op pad om de toekomstige topspelers op te sporen. Maar waar letten de scouts precies op? Welke spelers worden in de gaten gehouden? En waarom is het zo belangrijk om talent zo vroeg mogelijk te herkennen?

In de productie Op zoek naar talent wordt een kijkje gegeven in de wereld van jeugdscouting. Met de tienjarige Thom Faber als hoofdpersoon wordt het scoutingsproces doorlopen: van het speuren naar talent tot het uitnodigen van een speler voor de jeugdopleiding. Thom is een speler van LAC Frisia 1883 E1 en hij hoopt volgend seizoen in de D1 van SC Cambuur te voetballen. Lukt hem dat?

Het scoutingsbeleid van de Friese profclubs, SC Cambuur en sc Heerenveen, staat in de productie centraal. De hoofdscouts van deze clubs komen veelvuldig aan het woord en leggen grondig uit hoe talent wordt opgespoord. Zij vertellen waar scouts naartoe worden gestuurd en welke criteria zij hanteren bij het scouten van jeugdspelers. Verder leggen sportpsycholoog Wim Keizer, oud-profvoetballer Frits Dantuma en Heerenveen-speler Willem Huizing uit wat de valkuilen zijn als een jeugdspeler eenmaal in de jeugdopleiding terechtkomt.

Op 6 juni verscheen in de Leeuwarder Courant het verhaal ‘Zorgvuldig omgaan met Friese kinderdromen’. Dit verhaal lees je hier. De andere verhalen zijn hier te vinden.