Het is inmiddels alweer een tijdje geleden: de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Heel Nederland richtte zijn ogen op topsportend Nederland. De mensen genoten van de goede prestaties, de gouden, zilveren en bronzen medailles.

Aan de andere kant werd er over prestaties van de Nederlanders geoordeeld. Waarom zwommen de zwemmers zo langzaam ten opzichte van de rest? En waren de judoka’s wel goed voorbereid? Dat kon toch haast niet, gezien die ene enkele medaille die in de dojo van Rio de Janeiro gewonnen werd.

Wat doet het met een mensenleven op fysiek, mentaal en sociaal gebied, als je een topsportleven leidt?

Nederland staat erom bekend. De kritische houding ten opzichte van alles. Sportprestaties worden in dit land nu eenmaal doorgelicht. Wie wint is de held, de verliezer de schlemiel. Hoe hard dat ook is.

Maar hoe vaak wordt er daadwerkelijk naar het verhaal van de topsporter geluisterd?

In De keerzijde van de medaille vertellen drie sporters, die niet direct de grootste kanshebbers op eremetaal in Rio de Janeiro waren, over de opofferingen die zij hebben gedaan om topsporter te zijn. Wat doet het met een mensenleven op fysiek, mentaal en sociaal gebied, als je een topsportleven leidt?

Waarom komt de Olympisch kampioen hinkstapsprong uit Amerika overvliegen om zijn trainingen op Papendal af te werken?

Atleet Giovanni Codrington, BMX-ster Merle van Benthem en badmintonster Selena Piek gebruiken Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) Papendal als uitvalsbasis voor trainingen, maar in het verleden ook om te wonen en hun onderwijs te volgen. Wat betekende dat voor ze?

Daarnaast wordt omschreven hoe het kan dat de meeste Nederlandse topsporters trainen op Papendal. Wat is er zo bijzonder aan het trainingsinstituut? En waarom komt de Olympisch kampioen hinkstapsprong vanuit Amerika overvliegen om zijn trainingen op Papendal af te werken?

Lees de antwoorden op deze vragen in De keerzijde van de medaille.